Kennisbijeenkomst ‘Wijkcentra’

04-07-2019

Volop kansen voor wijkcentra

De ontwikkeling van winkelcentra in Nederland is in volle gang. Nieuwe centra ontstaan, verouderde centra worden herontwikkeld. Maar hoe ziet het winkelcentrum van de toekomst eruit? Steeds vaker wordt de term ‘huiskamers van de wijk’ genoemd. Maar waar hebben wij het dan eigenlijk over? Op 4 juli jongstleden ging het Vastgoedforum Midden Nederland samen met interessante sprekers in op deze vragen.

Dagvoorzitter Boris van der Gijp van Syntrus Achmea Real Estate leidt de bijeenkomst in door de kaders van de middag uiteen te zetten. ‘De perspectieven voor wijkwinkelcentra zijn snel aan het veranderen! Waar de focus van de belegger vroeger vooral lag op het behalen van financiële rendement, moet het financiële rendement nu in balans worden gebracht met maatschappelijk rendement. Dat is gemakkelijk gezegd! De vertaling naar de praktijk is ingewikkelder. Want welke verantwoordelijkheid heeft een belegger nu precies in de wijk? Is de belegger verantwoordelijk voor het oplossen van eenzaamheid, het tegengaan van obesitas of het terugdringen van plastic? Duidelijk is dat een belegger zich wel verantwoordelijk voelt. Dat gevoel wordt vertaald door ontmoetingsplekken te creëren voor ouderen, maar ook voor jongeren. Met marketinginspanningen wordt beweging gestimuleerd, door het accent op sport te leggen. Zo wordt heel actief gestuurd op verbinding met de wijk. Daarnaast kunnen wij door goede stedenbouw en architectuur sociale interactie tot stand brengen op verschillende niveaus. Denk hierbij aan mixed use, nieuwe functies en nieuwe concepten die bijdragen aan de oplossing en passen bij de doelgroep in het verzorgingsgebied. Tegelijkertijd beseffen beleggers zich dat ze dit niet alleen kunnen, daar is iedereen bij nodig. Van ontwerpers en ontwikkelaars tot en met de gebruikers en bezoekers van de centra. Een mooie uitdaging waar wij samen voor staan.’

Toine Hooft van Bureau Stedelijke Planning zet de uitdagingen van winkelgebieden in de toekomst uiteen door de bedreigingen en kansen te benoemen. De markt moet anders naar de winkelgebieden kijken. Er is minder ruimte nodig voor winkelen, maar dat biedt juist kansen voor een bredere functiemenging met andere voorzieningen en het toevoegen van bijvoorbeeld woningen, waar volgens Toine de sleutel ligt. Hierdoor verandert de maatschappelijke rol en dynamiek van zo’n centrum, krijgt het centrum meer onderscheidend vermogen en daardoor meer bestaansrecht.

Marcel Adriani, oud wethouder van de gemeente Soest, van bureau Achttien stelt de rol van de overheid aan de kaart. Hoe kunnen zij er nu voor zorgen dat het winkelen zich meer kan concentreren, zodat ze elkaar optimaal kunnen versterken? De vraag is dan ook hoe wij ondernemers hiertoe kunnen verleiden? Marketing speelt daarbinnen een belangrijke rol, zodat ondernemers kunnen profiteren. Er kan ook gekozen worden voor bestuurlijke dwang of het met maatschappelijke middelen uitkopen van retailers. Uit de reacties van de aanwezigen blijkt dat verhuizing onder dwang niet de oplossing is. Uiteindelijk moeten de ondernemers zelf ook de meerwaarde van de concentratie zien en hoe zij daarvan kunnen meer profiteren, dan blijven op een locatie buiten de centra. Stimulerend beleid dus, daar ligt de sleutel.

 

Friso de Jong van Sevenwoods Real Estate laat zien hoe de functiemenging en concentratie terug komt binnen het nieuwe centrum Bisonspoor. Een gebied waar met het oog op de toekomst wordt ingezet op een optimale mening tussen winkelen, wonen, werken en zorg. Dit wordt mede bereikt door e

De bijeenkomst wordt afgesloten met een paneldiscussie. Deelnemers Jan Ruitenberg van AM, Peter van Kooten van Lidl en Tymon Ros van SUM architecten worden door Boris van der Gijp uitgedaagd met vragen en stellingen. Er ontstaat een mooie discussie met de deelnemers over de vraag hoe wij de nieuwe centra met elkaar kunnen vormgeven. Peter van Kooten ziet vele verschillende initiatieven ontstaan in winkelcentra. Creatieve plekken, gelegenheden om te ontmoeten en samen aan de slag te gaan en andere functies. Plekken die meer bezoekers trekken en ook langer laten verblijven, wat vanzelfsprekend goed is voor de ondernemers in een centrum. In zijn ogen moeten retailers hierin ook een andere rol gaan spelen en samen met bijvoorbeeld de eigenaar van het centrum ervoor zorgen dat een centrum de rol van ‘huiskamer’ ook pakt.

 

Jan Ruitenberg stelt dat deze rol niet voor elk centrum hetzelfde is. Een centrum moet qua karakter goed passen bij de doelgroepen uit het verzorgingsgebied en inspelen op hun behoeften. Alle functies moeten daarbij aansluiten, zodat een goed functionerend centrum ontstaat. Volgens Tymon Ros spelen architecten en stedenbouwkundigen daarin ook een belangrijke rol. Voor de ‘huiskamer’ biedt, naast horecagelegenheid en ontmoetingsplekken, de openbare ruimte zelf ook veel goede kansen. Het is aan de ontwerpers deze ook aantrekkelijk en markant te maken en zo te laten aansluiten bij het juiste karakter van het centrum.

De conclusie van de bijeenkomst is dan ook dat er volop kansen zijn voor de wijk(winkel)centra. Alleen daarvoor moeten alle stakeholders goed de handen ineen slaan en af en toe belangen opzij zetten om het beste resultaat te behalen voor ondernemers, bezoekers én eigenaren.

en goede bereikbaarheid tussen deze functies onderling en het parkeren in het centrum. Daarnaast wordt ook veel aandacht geschonken aan de openbare ruimte en openheid binnen het centrum, die er samen met de juiste beleving voor moet zorgen dat iedereen zich thuisvoelt in het centrum.